Zijn die ‘andere’ collega’s niet ook gewoon collega’s?

K. van den Berg uit Hengelo schreef de Volkskrant er in 2022 al eens een mail over, en begin deze maand opnieuw. Onderwerp: ‘Taalgebruik’. Strekking: slordig taalgebruik. Specifieker: overbodig gebruik van het bijvoeglijk naamwoord ‘andere’ in zinsneden als ‘mijn andere collega’s’ of ‘andere dorpsgenoten’, waar ‘collega’s’ of ‘dorpsgenoten’ zou hebben volstaan. Lees verder

Leids Cabaret Festival: voor de taalpurist valt er niets te lachen

‘Tot mijn grote verbazing zag ik in de zaterdageditie van 10 februari verkeerd woordgebruik op de voorpagina’, schreef F. Visser op 15 februari. ‘Dit ben ik niet van de Volkskrant gewend.’ Het betrof de kop ‘Meisjes komen steeds vroeger in de puberteit’. Het woord ‘vroeger’ zou hier onjuist zijn, aldus Visser. ‘Vroeger wordt gebruikt om iets uit het verleden aan te duiden. Met de inhoud van het artikel in het achterhoofd wordt hier waarschijnlijk ‘eerder’ bedoeld.’ Lees verder

Congruentie, liggen we daar met ons allen nog weleens wakker om?

Ingrid van der Elst uit Bilthoven schrijft dat ze in de derde klas van de middelbare school een opstel had geschreven dat werd beloond met een 9. De leraar had één grammaticale fout gezien. Ze had geschreven ‘Toen we met z’n allen door de nacht slopen’, de docent had dat verbeterd in ‘Toen we met ons allen door de nacht slopen’. De docent had gelijk, vindt Van der Elst. ‘Tenslotte schrijf je ook, als je in de ik-vorm schrijft: ‘Toen ik in mijn eentje door de nacht sloop’, en niet ‘Toen ik in z’n eentje door de nacht sloop’. Lees verder

Al hompelend verlangt de depri bourgeois ernaar elders te zijn

Jan van Tienens zelfhulpparodie De verworvenheden, waarover onlangs een reportage in de Volkskrant stond, biedt de lezer handvatten om net als de verteller een verlangen te ontwikkelen op Hompelvoet te zijn. Hompelvoet is een onbewoond eiland in het Grevelingenmeer. Het is ook een woord op een landkaart waarvan de klank en gevoelswaarde de verteller bekoren, en hij wil weten ‘of het er zijn net zo goed voelt als het uitspreken van de naam zelf’. Lees verder

Kun je ontkennen dat je een polderfascist bent door je te distantiëren van het poldermodel?

Na de PVV-zege van afgelopen week werd her en der gedemonstreerd tegen fascisme. Het verband tussen het een en ander leek duidelijk. Bij een talkshow zat een jonge demonstrant in het publiek. ‘Was het een demonstratie voor of tegen iets?’, vroeg de presentator haar – het niveau was hoog. Ze zei dat het een demonstratie tegen fascisme was. ‘Omdat je vindt dat Wilders fascistisch is?’, vroeg de presentator door. ‘Ja’, zei de vrouw. Lees verder

Hoe op een vroeg verjaarsfeest een nieuw woord het licht zag

We waren weer eens met bijna de gehele familie bijeen en vierden alvast de verjaardag van Robin, die zes jaar geleden op 2 maart ter wereld kwam. Omdat het feest zeven dagen voor de geboortedatum plaatsvond, sprak de jarige van een ‘voorverjaardag’, een neologisme dat door alle familieleden werd omarmd. Er hing een voorverjaardagsslinger aan het plafond, na het ontbijt kreeg ze voorverjaardagscadeaus en ’s middags aten we voorverjaardagstaart. Lees verder

Bauschan hield niet van koddebeiers

Dat mijn herdershond op 6 december moeder werd van een enkele, roetzwarte pup, leek mij een goede aanleiding om eindelijk eens Thomas Manns Baas en hond te lezen. Vanaf pagina 1 gloeiden mijn wangen van blijdschap over Manns taalgebruik (vertaling Pé Hawinkels, 1974). Zou de eerste zin niet de gehele kolom in beslag nemen, dan had ik hem hier integraal geciteerd. De ‘tovenaar’ publiceerde het boekje in 1919, terwijl hij al begonnen was De toverberg te schrijven – vergelijkbaar met Michelangelo, die tijdens het bouwen van de Sint-Pieter naar verluidt ook een aardig hondenhok timmerde. Lees verder

Al wallebakkend komt men niet verder dan smeuïge anekdotiek

Sinds ik naar het Spaanse platteland ben verhuisd, dompel ik me graag onder in verhalen die het boerenleven behandelen. Zo las ik laatst John Bergers Het varken aarde, over de mensen wonend aan de voet van de Franse Alpen wier levenswijze (zelfvoorzienend, kleinschalig) bedreigd wordt door modernisering en vooruitgangsdenken. Ook keek ik Cow van Andrea Arnold, een film waarin ze het droeve lot van een industriële melkkoe in beeld brengt. Via boeken en films verhoud ik mij tot mijn nieuwe, rurale leefomgeving, en voed ik het romantische ideaal dat ik van premoderne boeren heb. Lees verder

Een soepmoeder kan eeuwig sudderen

Naast dutten is koken een beproefde methode om op druilerige middagen de wanhoop op afstand te houden. Vorige week maakte ik voor het eerst gumbo, een stoofschotel met multiculturele wortels in 18de-eeuws Louisiana, Amerika. Drie kwartier roerde ik op middelhoog vuur bloem en zonnebloemolie tot een lobbige roux, om er daarna de heilige drie-eenheid van ui, groene paprika en bleekselderij bij te kiepen. Dan redelijke hoeveelheden knoflook, cajunkruiden, peterselie en kippenbouillon, en tot slot gegrilde kip, gekookte garnalen en een scabreuze dosis rookworst. Serveren met rijst en een boterige chardonnay. Lees verder

Poes, de afgeleide van ‘Miauw-Miauw’

Daar ik op z’n tijd graag wat drank in mijn mond giet en dan wel zie waar het schip strandt, waardeer ik het gedicht Allerzielen van Gerard Reve. ‘Nadat we bij die en die gezeten hadden/ gingen we bij je weet wel nog wat drinken/ Dinges was er ook, en zong een lied/ over een naamloos Graf van eeuwigheid.’ Lees verder

Druppeldop, een woord met de cadans van een dartelend veulen

Een Duitse vriendin was blijven slapen, en hoewel ze nog nooit van Werner Herzog had gehoord, was ik ’s morgens genegen een bord havermoutpap met stukjes fruit voor haar te bereiden. Toen ze weg was en ik rustig naar de wc kon, begon de verwarring. Details zal ik u besparen, maar in de spiegel zag ik de rimpels in mijn voorhoofd de woorden ‘overdraagbare’ en ‘aandoening’ spellen. Lees verder

Twee kwestieuze stellingen

Afgelopen zaterdag las ik behalve het mooie woord ‘kwestieus’ ook twee kwestieuze stellingen in het commentaar van Martin Sommer op het Wilders-proces. Ten eerste vergelijkt Sommer de groepsbelediging van Marokkanen door Wilders met die van babyboomers: ‘Er is inmiddels in heel wat toonaarden om “minder babyboomers” geroepen. Die uitspraak is beledigend, maar niemand zal het in zijn hoofd halen om aangifte te doen.’ Ten tweede beweert Sommer dat democratie niet kan ‘zonder vrije meningsuiting, en vrije meningsuiting kan niet zonder kwetsen.’ Lees verder