in Film

Waarom 5 december een mooie dag is om naar de film ‘Bamboozled’ te kijken

bamboozledZwarte Piet is een vernederende stereotypering van zwarte mensen, en daarmee racistisch. Niemand maakte de pijn die (mis)representatie veroorzaakt beter invoelbaar dan regisseur Spike Lee in zijn verguisde meesterwerk Bamboozled uit 2000, die op Sinterklaasavond 2016 deels te zien was in EYE in Amsterdam, in het kader van het programma ‘Looking For America’ en voorafgaande aan Lee’s eerdere film She’s Gotta Have It (1986).

Stel je voor, Jörgen Raymann pitcht in de zomer van 2017 in een rancuneuze bui dit idee bij de NTR: een Sinterklaasshow met de meest karikaturale pieten ooit. Pikzwart zijn ze en oliedom, met zwarte krullen, rode lippen, gouden oorbellen en een dik aangezet Surinaams accent. In plaats van Zwarte Piet heten ze Nikker Piet, en met een ketting liggen ze vast aan de muur in het paleis van Sinterklaas, gespeeld door Johan Derksen.

Omroepbaas Paul Römer is onthutst: wat een geweldig idee! denkt hij. Na een succesvolle pilot komt de serie begin november 2017 op tv. Het blijkt een kijkcijferkanon. Mensen bekeren zich massaal tot de publieke omroep, Zwarte Piet is populairder dan ooit. Halbe Zijlstra, inmiddels oud-politicus, looft de NTR voor ‘het reanimeren van het Sinterklaasfeest’.

Al snel blijkt dat veel Nederlanders zich miskend voelen. Het land ligt op zijn kop. Tweede Kamerlid Sylvana Simons leidt een protestmars naar het Mediapark, de ME komt handen (vuisten) te kort, het woord ‘noodtoestand’ valt in Den Haag. Na drie afleveringen stopt het Sinterklaasprogramma. Een radicale rapgroep ontvoert een acteur en Raymann verschuilt zich in zijn kantoor, waar hij later dood gevonden wordt.

Dansende zwarte pieten. Via

Dansende zwarte pieten. Via

Ondenkbaar? Misschien. Maar dit fictieve scenario, geënt op dat van Spike Lee’s film Bamboozled (2000), ligt in het verlengde van de Nederlandse situatie. Dat de zwartepietendiscussie ons al decennia bezighoudt, blijkt onder meer uit de expositie Zwarte Piet in de Media in het Persmuseum. Zwarte mensen voelen zich kwalijk gerepresenteerd terwijl liefhebbers van het kinderfeest zich niet herkennen in de kwalificatie ‘racistisch’. Sunny Bergman maakte er twee jaar geleden de film Zwart Als Roet over, met als prachtige ondertitel ‘our colonial hangover’.

RTL en het Sinterklaasjournaal pasten hun pieten inmiddels aan, maar in veel Nederlandse plaatsen was Zwarte Piet dit jaar toch onveranderd zo zwart als roet. Halbe Zijlstra van de VVD blunderde op de nationale televisie door zich daarmee te bemoeien: bij Jeroen Pauw hield hij een warrig pleidooi voor “geleidelijkheid” in de verandering van Zwarte Piet, omdat hij bang was dat kinderen het er moeilijk mee zullen hebben.

Volgens het boek White Innocence: Paradoxes of Colonialism and Race (2016) van emeritus hoogleraar Gloria Wekker pretenderen Nederlanders een tolerante natie te zijn en ontkennen we rassendiscriminatie en koloniaal geweld, terwijl tegelijkertijd agressief racisme en vreemdelingenhaat aan de orde van de dag zijn. Dat beeld werd de afgelopen maanden bevestigd. De politie schijnt bij zogenaamd willekeurige controles etnisch te profileren, de komst van vluchtelingen leidt op veel plaatsen tot opstand en anti-islampartij de PVV is zo ongeveer de grootste in de peilingen.

Het bekendste voorbeeld van Nederlands racisme is de hetze tegen Sylvana Simons. Toen zij zich in mei aansloot bij de nieuwe politieke partij DENK kreeg ze een stortvloed aan racisme over zich heen, Johan Derksen en Giel Beelen tapten deze herfst opnieuw uit dat vaatje, en eind november brachten twee Brabanders het walgelijke carnavalslied Oh Sylvana uit, waarover een 37-jarige man uit Kudelstaart een nog walgelijkere video monteerde, met beelden van gelynchte zwarte Amerikanen waarop haar gezicht gefotoshopt was.

Racisme is hot – niet alleen in satellietstaat Nederland, ook in Amerika, waar een verleden vol slavernij, segregatie en onderdrukking zich steeds sterker in het hier en nu uitdrukt. Sinds 2012 demonstreert de #BlackLivesMatter-beweging tegen staatsgeweld tegen zwarte burgers, waarmee ze het oude stokje overnam van de burgerrechtenbeweging. In 2014 won 12 Years A Slave drie Oscars, toch gonsde twee jaar later de hashtag #OscarsSoWhite door Hollywood. De in oktober verschenen documentaire 13th van Ava DuVernay, die eerder Martin Luther King-film Selma maakte, toont dat het Amerikaanse gevangeniswezen niets anders dan de voortzetting van slavernij met andere middelen is. En met de verkiezing van Donald Trump krijgt Amerika een president met een decennialang verleden aan racistische uitlatingen.

Eat-'n-Sleep en Mantan in Bamboozled

Eat-‘n-Sleep en Mantan in Bamboozled

Spike Lee’s Bamboozled was zijn tijd ver vooruit. Inmiddels is duidelijk dat de film in het huidige politieke klimaat meer succes had geoogst dan toen hij in 2000 uitkwam. Toen werd Lee verweten ‘de rassenkaart te spelen’ in een zogenaamd post-racistisch tijdperk. Feit is dat het een meesterwerk is over de vernederende representatie van zwarte mensen in de populaire cultuur. Centraal staan het blackface-type, lange tijd een gewilde manier om zwarte Amerikanen af te beelden, en het gangsterrap-type, een figuur die samen met zijn bitches nog steeds een veel voorkomend stereotype van de zwarte Amerikaan vormt.

De grote waarde van Bamboozled ligt in Lee duivels slimme satirische vertelstijl. Hoofdpersoon Pierre Delacroix werkt bij televisiezender CNS. Omdat zijn programma-ideeën door zijn witte baas Thomas Dunwitty steevast als Cosby-kloons worden afgedaan, komt hij met het idee om de minstrel show te herintroduceren: een racistisch variétéprogramma waarin zwartgeschminkte acteurs de spot drijven met de zwarte mens. Delacroix hoopt dat hij om dit idee ontslagen zal worden, maar Dunwitty vindt het juist geweldig. Het programma gaat in productie, en Mantan: The New Millenium Minstrel Show wordt een daverend succes.

Pierre Delacroix in zijn kantoor

Pierre Delacroix in zijn kantoor

Delacroix en zijn assistente Sloan Hopkins zijn de enige zwarte medewerkers bij CNS. Om zich staande te houden meet Delacroix zich een niet-zwarte identiteit aan: hij heet eigenlijk Peerless Dothan en praat met een gekunsteld Europees accent. De witte Dunwitty daarentegen belichaamt een zwarte identiteit. Hij praat als een rapper, zijn kantoor staat vol Afrikaanse beelden, en aan de muur hangen foto’s van zwarte sporthelden. ‘Waarschijnlijk begrijp ik niggers beter dan jij,’ zegt hij tegen Delacroix.

De grote kracht van de film blijkt wanneer satire overgaat in tragedie. Dat laatste komt tot stand dankzij de filmmuziek van Terence Blanchard die zwanger is van weemoed, angst en verdriet. De muziek van Blanchard klinkt voor het eerst in de scène waarin Delacroix zijn idee aan Dunwitty pitcht, en in latere scènes komen de composities steeds bombastischer terug. De muzikale stijl is een variatie op melodramatische sitcom- en soaptunes, met piano, sax en drums, die rustig variëren op een thema in mineur. Net als de cameravoering — typische sitcomstijl — is dit een verwijzing naar het medium waar deze film satire op is: televisie. Of zoals Delacroix het noemt: the idiot box.

Voor het programma strikt Delacroix twee zwarte straatartiesten, Manray en Womack. Womack speelt de rol van Eat-‘n-Sleep, Manray speelt Mantan. Voor aanvang van de eerste opname schminken ze hun gezichten volgens een oud recept zwart met verbrande kurk. Het beeld van zwarte mensen die zichzelf voor een blank entertainmentprogramma extra zwart schminken, begeleid door de ontroerende tune van Blanchard, is diep pijnlijk.

Nogmaals Eat-'n-Sleep en Mantan

Nogmaals Eat-‘n-Sleep en Mantan

Om duidelijk te zijn: het blackface-type, de als een hansworst dansende en zingende zwarte mens, was van begin negentiende tot in de jaren zestig van de twintigste eeuw razend populair in Amerikaanse theaters en films, waar alleen maar witte mensen kwamen. Die populariteit ging hand in hand met gevoelens van superioriteit, haat en onwetendheid over de zwarte ‘ander’, en taande na het succes van de burgerrechtenbeweging van de jaren zestig. Inmiddels is blackface niet alleen al jaren een taboe in Hollywood, maar is het type in de gehele Angelsaksische cultuur uitgestorven.

“Laat Mantan je meenemen naar een simpelere tijd,” zegt Eat-‘n-Sleep aan het begin van de pilot, “een tijd waarin mannen nog mannen waren, vrouwen vrouwen, en niggers hun plek kenden.” Mantan vult hem aan met een cynische parodie op de mad as hell-scène uit Sidney Lumets klassieker Network (1976), waarin een doorgeslagen nieuwslezer de kijkers oproept om woedend uit het raam te schreeuwen dat ze ‘het’ niet langer pikken. “Open jullie ramen,” roept Mantan, “en schreeuw: ik ben niggers spuugzat en ik ben helemaal klaar met ze!”

Manray naast een afbeelding van zijn karakter Mantan

Manray naast een afbeelding van zijn karakter Mantan

De reacties uit het publiek zijn gevarieerd, maar de meeste mensen zijn geschokt en geschrokken. Na een paar minuten begint een groot deel van het publiek toch te lachen en te klappen, vooral omdat er applausborden knipperen. Lee’s kritiek op de ‘idiotbox’ is niet mis te verstaan: televisiemakers bepalen wat leuk is, publiek wordt gemanipuleerd. Dit wordt duidelijker tijdens de opname van aflevering twee. Lee heeft hier een lachband onder gezet, waardoor ook de kijker naar de film de scène grappig vindt. De ironie is evenwel dat de lachband dat wat fout is als het ware dicht smeert; de lachband doet je vergeten wat er niet pluis is.

Maar assistente Sloan vergeet dat niet. Ze is een moderne jonge vrouw — eigen huis, single, mooi, intelligent — en vertolkt het geweten. Ze is onthutst over Dela’s idee, maar toch blijft ze loyaal. Als alles in de soep loopt en zij, de doodgewone, hardwerkende zwarte middenklasser, het slachtoffer wordt, schiet ze Delacroix neer, maar niet nadat ze een videoband heeft opgezet met een compilatie van vernederende representaties van zwarte mensen. In combinatie met de muziek van Blanchard, orkestraal deze keer, komen de beelden hard binnen.

Sloans broer Julius (hiphopper Mos Def) representeert het andere zwarte stereotype, dat van de rapper — het hedendaagse equivalent van de blackface-artiest in de minstrelshow, aldus Lee. Hij noemt zichzelf Big Blak Afrika, vergelijkt zich met Malcolm X, en zijn raps zijn ingegeven door maatschappijboosheid. Julius en zijn groep, onder wie ook een witte rapper, zijn niet blij met het programma Mantan, dat intussen een nationale hype is geworden. Mensen schminken zich massaal zwart, inclusief het publiek en de productiemensen in de studio. Zelf Delacroix doet mee. Maar het einde nadert: Womack stopt en Manray weigert zich nog langer te schminken. Hij komt nog eenmaal op, zonder kostuum weliswaar, tapdanst even, en verwijst dan nog eens naar Network, maar nu bloedernstig: “Open jullie ramen en schreeuw op je allerhardst,” roept hij, “Ik ben het zat om een nigger te zijn, en ik ga het niet langer pikken!”

Dunwitty laat Manray de studio uitgooien, waar Julius en zijn crew hem ontvoeren. Ze kondigen aan Manray op live-tv te zullen vermoorden. Omdat geen van de zenders de kijkcijfers wil missen, zendt iedereen het uit. Als je denkt dat het niet cynischer kan dan heb je het mis: als de politie de rapgroep na de moord klemrijdt, schieten ze iedereen dood, behalve de blanke rapper. “Schiet mij dood!” eist hij. “Ik ben ook zwart!” Het toont dat zwart niet slechts een huidskleur is, maar een teken binnen de sociale realiteit, met tal van betekenissen, zoals hoe er met zwarte mensen moet worden omgegaan. In dit extreme geval betekent het een verschil tussen leven en dood.

bamboozled-7

In een toespraak voor net afgestudeerden van Kenyon College in Ohio sprak schrijver David Foster Wallace over twee jonge vissen die een oudere vis tegenkomen. “Lekker water?” vraagt het oudje. De jongeren kijken elkaar verbaasd aan: “Wat is water?” vragen ze zich af. Als mensen zwemmen we in een vissenkom vol (mis)representaties, en die structureren ons wereldbeeld. Omdat we daarmee opgroeien, in ons geval in combinatie met snoepgoed, denken we vaak dat die representaties neutraal en onschuldig zijn, maar dat zijn ze niet. Bamboozled laat ons nadenken over het water waarin we zwemmen, Lee doet ons de schellen van de ogen vallen.

Raymanns programma zal er niet komen, maar dat hoeft ook niet: Zwarte Piet zal op veel plaatsen nog lang een karikatuur van de zwarte mens blijven, en zolang Nederlanders daarmee opgroeien en nooit leren kritisch over de structurerende werking van representaties na te denken zal het idee blijven bestaan dat Zwarte Piet onschuldig is. Televisiezenders en filmhuizen van Nederland: programmeer de komende maand de film Bamboozled.

Dit essay schreef ik in de masterclass ‘Film & Leven’ van Gawie Keyser. De volledige film Bamboozled kun je ook online vinden, via Google.