in Geld

Burn-out dankzij schulden

schuldenburnoutNa een maand tijdelijk hoofdredacteur te zijn geweest van VICE Money kwam een leeftijdsgenoot naar me toe met een verhaal over zijn eigen schuldenproblematiek. Hij was bijna uit de schulden en had zich voorgenomen pas later met dit verhaal te komen, maar omdat hij tijdens het afbetalen een burn-out had opgelopen, en al een tijdje thuis zat, vond hij dit ook een goed moment. Hij wil graag anoniem blijven omdat zijn verhaal voor altijd op internet blijft staan en er een stigma aan schulden kleeft, maar hij wilde het wel graag vertellen, om leeftijdsgenoten ditzelfde lot te besparen en anderen inzicht te geven in het brein van een schuldenaar. Dit is wat hij me vertelde:

“Het is eenvoudig om uit de schulden te blijven, maar zit je er eenmaal in, dan kom je er moeilijk weer uit. Ik kan het weten, want ik heb jaren ervaring, en dan niet alleen met studieschuld maar ook met ‘echte’ schuld. Op mijn dieptepunt had ik 11.000 euro schuld, en over twee maanden heb ik die als het goed is allemaal afbetaald. Eigenlijk wilde ik dit verhaal dan pas vertellen, maar omdat ik nu met een burn-out thuis zit, leek dit me ook een geschikt moment.

Het begon tien jaar geleden toen ik een jaar of 21 was en vergat een telefoonrekening te betalen. Een domme fout. Ik studeerde ICT, leefde mijn studentenleventje, en ineens kreeg ik allerlei enge brieven uit naam van de koningin. De rekening bleek al te zijn opgelopen tot 500 euro, terwijl ik nooit iets kwaads in de zin had gehad. Ik koos voor de makkelijkste weg: de brieven wegstoppen en er niet aan denken.

Ik had het niet breed. Ik kreeg stufi en leende bij, maar toch kwam ik vaak niet rond, terwijl ik heus niet exorbitant leefde. Ik vergat meer rekeningen te betalen en kreeg meer enveloppen, maar ik merkte ook dat er eigenlijk niets gebeurde als ik die weer weglegde. Die berg werd alsmaar hoger. Al vrij snel kwam er een deurwaarder van een incassobureau bij me thuis, een vent die een dikke envelop met nog meer griezelige teksten kwam afleveren en zei dat ik moest gaan betalen. Ik zei dat ik dat zou gaan doen, en toen was-ie weer weg. Daarna heb ik nooit meer een deurwaarder gezien.

Zo’n negen jaar geleden ging ik in de horeca werken, naast mijn studie. Binnen een paar maanden hadden mijn schuldeisers dat door – ik stond ergens ingeschreven als ‘werkende’ – en probeerden ze mijn loon in te houden. Prima, dacht ik, dan wordt die schuld eindelijk geregeld en ben ik ervan af. Dom natuurlijk, want zo werd de rekening nog hoger dan wanneer ik zelf een regeling had getroffen.

Je denkt misschien dat het toen snel klaar was, maar ik had in de tussentijd ook nog schulden gemaakt bij de overheid. In 2013 en 2014 kreeg ik namelijk huursubsidie. Achteraf bleek dat te veel te zijn geweest en moest ik 2.000 euro terugbetalen. Dat kon ik niet betalen, ook omdat ik mijn andere schuld aan het aflossen was, dus dat heb ik genegeerd. Ook had ik nog een studieschuld. Na mijn ICT-opleiding heb ik van alles gestudeerd maar niets afgemaakt, en ik heb lange tijd mijn studieschuld niet afgelost, zonder dat ik de DUO had laten weten waarom, wat me ook nog op een fikse boete is komen te staan. De staat is echt meedogenloos.

Alle brieven van de DUO en de Belastingdienst bewaarde ik op een grote stapel, en als ik ze uiteindelijk openmaakte ontdekte ik snel dat ik het allemaal niet kon betalen. De schuld bij de Belastingdienst liep daardoor op naar 6.000 euro. Ik wist niet wat ik moest doen, voelde me een slecht mens, en leefde constant met een zware last op mijn schouders. Dat gevoel leer je weg te stoppen, maar als ik ’s nachts wakker lag dan dacht ik er wel veel aan.

Alle illustraties: Roel de Witte

Nogmaals: het was echt niet zo dat ik exorbitant leefde, of een gat in mijn hand had. Ik werkte op een gegeven moment fulltime in de horeca, maar daar verdiende ik gewoon bijzonder weinig. Zoek dan een andere baan, zul je denken, maar daar dacht ik in die tijd niet over na, of pas te laat. Ik dacht sowieso niet helder. Die schulden zijn als een zak zand die je constant overal mee naartoe sjouwt. Je raakt eraan gewend, maar het wordt niet je vriend, en van al dat sjouwen word je moe. En je voelt je schuldig. Pas als je die zandzak neerzet merk je hoeveel dragelijker het leven kan zijn, al heb ik nog steeds het gevoel dat ik een zondaar ben, een slecht mens.

In de horeca verdiende ik maar een habbekrats, en omdat ik eigenlijk IT’er ben, wilde ik daar op den duur toch iets mee gaan doen. Eerst heb ik geprobeerd om samen met een vriend een bedrijfje op te zetten. Dat kostte me een tijdlang dertig uur per week, naast mijn werk in de horeca, maar leverde me niets op. Daarna heb ik bij een jong fintechbedrijf gesolliciteerd, en daar ben ik gelukkig aangenomen. Die overstap bracht licht aan het eind van de tunnel, vooral door het hogere salaris, maar ook doordat ik erover kon praten met mijn werkgever.

Dat bedrijfje werd gerund door jonge mensen met verstand van geld, en ik ben vrij snel open geweest over mijn financiële situatie, ook omdat ik dacht: ik ben dertig en ik moet dit gewoon gaan regelen, het is belachelijk dat ik op mijn dertigste nog steeds niet met geld kan omgaan. Mijn werkgever vroeg hoeveel schuld ik had, wat ik niet wist, waarop hij voorstelde om dat dan eerst eens uit te gaan zoeken. Niet veel later kreeg ik een baan aangeboden in het buitenland, voor obsceen veel geld, en ik dacht: let’s go, ik ga gewoon op geldkamp. Ook dat heb ik toen voorgelegd aan mijn baas, en die stelde voor om een groot deel van mijn schulden over te nemen, als ik voor hem zou blijven werken, op voorwaarde dat ik met een financiële coach aan de slag zou gaan.

Dat heb ik gedaan. Er is een vrouw bij me langs geweest van een bedrijfje dat mensen helpt met hun schulden. Zij leerde me met geld omgaan en regelingen te treffen met schuldeisers. Ik merkte dat het eigenlijk weinig voorstelt om je schulden te regelen. In een halve dag had ik alle enveloppen geopend, mensen gemaild en gevraagd hoeveel ik iedereen verschuldigd was.

Om alles en iedereen terug te betalen moest ik geld gaan verdienen, maar ik heb daardoor op mijn werk te veel taken en verantwoordelijkheid op me genomen. Zeker in het begin stond ik altijd klaar om dingen te fixen. Ik was de enige die echt wist hoe de site werkte, en ik heb er wel op gehamerd om nog iemand aan te nemen, maar daar was geen geld voor, en omdat het bedrijf mijn schulden deels had overgenomen heb ik toen maar dubbel zo hard gewerkt.

Deels was dit werk dus mijn redding, maar een jaar later is het mijn ondergang geworden, omdat ik nu een burn-out heb. De klachten begonnen na een teamuitje. Na een lange dag zaten we in de trein naar huis, en ik voelde ineens een deken van kutheid over me heen komen. Het was alsof ik een hele slechte pil had gebruikt. Mijn hart ging tekeer, ik had pijn in mijn linkerarm en dacht daardoor dat ik een hartaanval zou krijgen. Daarna viel ik flauw.

Alle illustraties: Roel de Witte

Ik heb daarna een tijdje halve dagen gewerkt, maar eigenlijk ging dat ook niet. Ik kwam om tien uur aan op werk en was om elf uur alweer uitgeput. Op mijn verjaardag had ik weer een paniekaanval. Mijn baas vroeg me iets simpels, maar ik klapte helemaal dicht. Ik kon het niet. Ik keek naar een bestand en werd helemaal gek. In de lunchpauze ging ik met collega’s een stukje wandelen, maar ik kon niet naast andere mensen lopen. Terug op werk merkte ik dat ik echt niet verder kon werken.

Sindsdien ben ik helemaal gestopt. Ze houden rekening met een jaar, maar ik hoop dat het niet zo lang duurt. Financieel ben ik gelukkig gedekt. Ik had net een vast contract getekend, dus ik kan mijn schulden blijven betalen. Als ik zzp’er was, was ik echt de sjaak geweest, dan had ik weer bij mijn ouders moeten gaan wonen.

Mijn werkgever voelt zich ook verantwoordelijk. Ik heb te veel verantwoordelijkheid gedragen, wat ongezond is voor één werknemer. Niemand heeft gezegd dat ik het wat rustiger aan moest doen, waarmee het bedrijf zichzelf ook in de vingers heeft gesneden, want naast mij weet eigenlijk niemand iets van de website. De jongen die dat nu overneemt wordt in een heel diep zwembad geflikkerd.

Die burn-out heeft ook andere oorzaken hoor. Ik heb van kinds af aan altijd al een opgejaagd gevoel gehad, en nooit echt rust. Nu pas merk ik hoe belangrijk rust is. Je bent altijd wel iets aan het doen. Ik probeerde rust uit de weg te gaan, deed nooit niks, maar op een gegeven moment ben je dertig en kan dat gewoon niet meer. Rust heb je nodig. Ik ben gestopt met werken en probeer prikkels te vermijden. Tv-kijken is niet rustgevend, drukke terrassen mijd ik en mijn telefoon is echt een monster. Al die apps, al die meldingen – eigenlijk heb je dat totaal niet nodig.

Het is makkelijk om te zeggen dat je moet zorgen voor een inkomen dat hoog genoeg is om je kosten, waaronder je schulden, te kunnen betalen. Ik ben dan toevallig IT’er, en heb geluk gehad met mijn werkgever en mijn salaris, maar dat heeft ook niet iedereen. Ik kan me goed voorstellen dat er mensen zijn die tien jaar of meer nodig hebben om hun schulden af te betalen, of die er nooit meer uitkomen. Die mensen hebben nooit kwaadwillig gehandeld, maar zijn wel flink de pineut.

Anderzijds leggen wij veel druk op elkaar om iets te doen waar je gelukkig van wordt. Dat is ook niet gezond. Af en toe moet er gewoon gewerkt worden, ook als je een tijdje kutwerk moet doen, want als je geen geld hebt is je leven ook niet leuk.

“Het is belachelijk dat ik op mijn dertigste nog steeds niet met geld kan omgaan.”

Dat ik geld moet verdienen en mijn zaakjes moet regelen, heb ik als kind nooit geleerd. Ik heb altijd geleerd dat je moet doen wat je leuk vindt. Maar als dat geen geld oplevert, wat doe je dan? Onze generatie is zo gebrand op gelukkig zijn en leuke dingen doen, kijk maar naar alle lol die we hebben op sociale media, en dan ga je geen saai werk doen omdat het toevallig meer verdient. Dat kwam niet eens in me op.

Op sommige momenten was ik met vijf incassobureaus tegelijk in gesprek. Ik heb gemerkt dat hun omgang met schuldenaren verandert. Tot twee jaar terug was hun benadering vooral streng en boos, waardoor je je snel een kind voelt dat iets gejat heeft. Daardoor loop je liever weg dan dat je je schulden onder ogen ziet. Dat brengt mensen alleen maar verder in de problemen. Zelf voelde ik me ook vaak schuldig en een slecht mens. Tegenwoordig hanteren veel instanties een zachtere, behulpzamere aanpak. Zo’n aanpak helpt mensen het best.

Ik ben nu op weg naar financiële en psychologische gezondheid. Door therapie en door te lezen leer ik veel over mezelf. Als zo’n situatie zich ooit weer voordoet weet ik nu beter hoe ik daarmee om kan gaan. Simpele dingen als enveloppen openmaken en erover praten, bijvoorbeeld.”