in Film

Waarom kijken mensen naar films vol ellende?

theparadisesuiteEen tijdje terug zag ik The Paradise Suite van regisseur Joost van Ginkel, een mozaïsche filmvertelling over gezellige dingen als vrouwenhandel, kinderverwaarlozing en de Bosnische burgeroorlog. Deze cocktail van leed en ellende is de Nederlandse inzending voor de Oscars van 2016. Tijdens de aftiteling zeiden mensen dingen als “Nou Margreet, lekkere vrijdagavondfilm” en “Volgende keer weer naar Pathé, of niet Wilfred?” Na afloop voelde ik me bitter en zondig, trok ik mijn bestaan in twijfel en ruziede ik met mijn vriendin. 

De volgende dag dronk ik koffie met een collega en vertelde ik hem over de verkrachtingsscènes in de film. “Hè bah,” zei hij. “Ik snap dat echt niet. Waarom kijken mensen daarnaar?” Het is een terechte vraag, want waarom kijken we eigenlijk naar films vol narigheid? Is het niet beter om akelige films als Irréversible (2002) en Antichrist (2009) te laten voor wat ze zijn en ons te beperken tot films met Eddy Murphy en Ben Stiller, met af en toe een Bondfilm tussendoor? Wat hebben we eraan om ons onder te dompelen in een bad vol bloed met tranen?

theparadisesuite1

Vrouwenhandelaar Ivica (Boris Isakovic) wil in The Paradise Suite zien wat hij gekocht heeft, waarna de vrouwen verkracht worden. Still via

Volgens een recent artikel op The Creators Project kijken we horrorfilms om onze angsten te leren kennen. Ook zouden we zo onze perverse fantasieën, die we in het dagelijks leven onderdrukken, even de vrije loop kunnen laten. “Het is een manier om ze te ervaren, om je erin onder te dompelen en ze dan achter te laten in de bioscoop,” aldus de Brits-Australische psychoanalytica Anouchka Grose.

Grose zal bekend zijn met het werk van Aristoteles. De Griekse filosoof kwam in zijn Poetica met de term ‘catharsis’ op de proppen. Door het kijken naar tragedies en het ervaren van angst en medelijden met de personages wordt je ziel gelouterd, aldus de wijsgeer. En een gelouterde ziel is weerbaarder voor het leventje.

Het artikel op TCP citeert ook Michael Blyth van het British Film Institute, die een beetje op Tom Hardy lijkt. “Ik geloof dat horrorfilms, meer dan elke andere soort films, de wereld reflecteren waarin we leven,” zegt hij. “Het reflecteert de horror van de maatschappij.” Hij geeft daarbij The Texas Chainsaw Massacre als voorbeeld. Ik vraag me af hoe zijn dagelijks leven eruitziet, en of hij thuis ook van die koeienvellen aan de muur heeft hangen.

Maar de vraag waarom we nare films kijken is hiermee nog niet beantwoord. Niet alle akelige films zijn per se horrorfilms, Aristoteles schreef zijn Poetica al 2350 jaar geleden, en vergeleken bij The Paradise Suite is The Texas Chainsaw Massacre tamelijk suggestief. Reden genoeg om nog eens rond te vragen hoe men vandaag de dag denkt over het kijken van ellendige films.

Via mijn werk bij een filmhuis in Utrecht ken ik een aantal filmdeskundigen, aan wie ik de vraag voorlegde. Daarna vroeg ik het aan een wetenschapper van de Universiteit van Amsterdam. Dit is wat ze zeiden.

De filmjournalist
Volgens filmjournalist Kevin Toma is het gezond om je op z’n tijd in de duisternis van de ellendige film onder te dompelen. Je kijkt zulke films “niet alleen om de confrontatie met de slechte kanten van het leven aan te gaan, maar ook omdat je in zekere zin emotioneel, esthetisch en psychisch ondervoed raakt als je je alleen maar steeds dezelfde vrolijke, optimistische, harmonieuze, gladstrijkende, pretentieloze kost laat serveren.”

Volgens Toma zou het interessant zijn om voorafgaande aan een film de wensen van het publiek te peilen. “Wilt u dat alles goed afloopt? Wilt u dat de filmmaker het geheel met humor en een zekere lichtheid doorspekt, of mag het ook zo hard en uitzichtloos zijn als het leven zelf? Hoe kan een film over vrouwenhandel en gedwongen prostitutie tóch een geschikte film voor de vrijdagavond zijn? Met een dansje of een liedje erin?”

Hij hoopt dat er dan ook bezoekers zijn die zeggen “dat een film helemaal geen hoop hoeft te bieden, maar dat hij de dingen mag laten zien zoals ze zijn, of zelfs de dreun extra hard mag laten aankomen als compensatie voor alle films die je volstrekt vrijblijvend kunt bekijken, die je vergeet zodra de aftiteling voorbij is of nog eerder.” En misschien dachten die mensen die met mij The Paradise Suite keken er de volgende dag nog wel aan terug, zegt hij, en konden ze dat toch wel waarderen – al hoeven ze hem niet opnieuw te zien.

De cultuurhistoricus
Volgens cultuurhistoricus Constant Hoogenbosch van filmonderwijsinstituut Movie Machine is film een veilige vorm van escapisme, en biedt het een mogelijkheid tot reflectie. “Film stelt ons in de gelegenheid als door een venster in een wereld te kijken die we zelf in werkelijkheid nooit zullen, kunnen of willen ervaren. Daar tegenover staat dat film ook een venster kan bieden op een wereld die we juist wel zouden willen ervaren, willen leren kennen.”

Tegelijkertijd geeft dit ons een mogelijkheid tot zelfreflectie, omdat we ons eigen leven kunnen spiegelen aan de soms ellendige situaties in de film. Hoe je dat ervaart hangt volgens hem af van je mentale bagage. “Wanneer je net in je eigen omgeving iemand door overlijden bent verloren, dan zul je heftiger reageren op een scene die een overlijden laat zien, dan wanneer dat niet het geval is.”

We mogen die negatieve emoties volgens hem niet uit de weg gaan. “Dat we ons leed en ellende in een film aantrekken en het ook als zodanig herkennen, maakt ons eigen leven misschien wel prettiger.”

De filmmaker
Op een regenachtige ochtend ga ik langs bij filmmaker Jos Stelling. Hij houdt kantoor bij zijn eigen bioscoop, het Springhaver in Utrecht. Zijn werkkamer staat vol boeken, er staat een leren bank en een groot bureau. Op het bureau staat een grote glazen asbak. Hij heeft twee beeldschermen aan zijn computer, een voor zichzelf en een voor zijn gasten, zodat ze kunnen meekijken.

“Amerikaanse films lopen per definitie goed af. Russische films lopen per definitie slecht af,” zegt Stelling. Hij voelt zich in de maling genomen als een film goed afloopt. “Verhalen lopen nooit goed af, want het leven loopt ook niet goed af. We gaan allemaal dood. Dat is de realiteit.”

Film moet de wereld bevragen, zegt hij. Een film die antwoorden geeft maakt alles dood. “Ik was zondagmiddag in Rotterdam met een oude film van mij en toen vroeg een vrouw: wat wilde je vertellen? Wat was de boodschap? Toen zei ik: boodschappen doe je bij de Albert Heijn. Ik probeer iets op te roepen wat je boeit, wat je anderhalf uur wegtrekt, waarin je je verliest.”

Een film als The Paradise Suite kan dan expliciet zijn, maar “de poëzie zit hem in de ruimte tussen de verschillende verhalen.” Hij laat me een detail zien uit Michelangelo’s De schepping van Adam, de wijsvingers van God en Adam. “Wat ik zo bijzonder vind is dat er tussen die twee vingers wat ruimte zit. Als ze elkaar hadden aangeraakt dan was er niks aan geweest. Dat stukje, dat is het leven. Dat is de ruimte van de kunst. Dat is waar het om gaat, en dat vind ik zo fantastisch. Michelangelo moet daarover nagedacht hebben.”

De schepping van Adam, geschilderd door Michelangelo omstreeks 1511. Via

De schepping van Adam, geschilderd door Michelangelo omstreeks 1511. Via

In de kunst gaat het volgens Stelling altijd over verlangen, haat, wraak, liefde, noem maar op. Waarom? Omdat het leven daarover gaat. “Iedereen leeft op zijn eigen manier, maar we zijn allemaal op zoek naar zingeving. Als je daar bewust mee bezig bent, dan wordt dat gevoed door ‘gedragen’ films, of door mooie muziek. Dat raakt je.” Niet iedereen heeft dat. “Als je jong bent en de dood bestaat nog helemaal niet, dan wil je bij wijze van spreken met een bromfiets met 180 kilometer per uur door de stad scheuren.”

De wetenschapper
Waarom kijken mensen naar miserabele films? “Omdat mensen daardoor persoonlijk kunnen groeien en meer inzicht krijgen in zichzelf en de wereld,” aldus Karin Fikkers van de UvA, die onderzoek doet naar jeugd en media-entertainment bij de Amsterdam School of Communication Research.

Mensen en wetenschappers zijn er lang van uitgegaan dat we “media-entertainment” vooral voor ons plezier consumeren, zegt ze. Ze noemt dit een ‘hedonistische motivatie’, oftewel het nastreven van positieve gevoelens en het vermijden van negatieve. Sinds een jaar of tien beschouwen communicatiewetenschappers een breder palet aan emoties die mensen willen ervaren. Dit wordt een ‘eudaimonische motivatie’ genoemd.

“Eudaimonische motivaties gaan over de behoefte aan zingeving en iets willen leren van media-entertainment. Het idee is dat je door het kijken naar ellendige films of het luisteren van zielige liedjes een mix van positieve en negatieve emoties kunt ervaren, en juist door die mix leer je meer over jezelf en de wereld.”

Eudaimonia betekent volgens Fikkers zoiets als ‘leven in overeenstemming met je waarden’. Films over morele conflicten of nare situaties zetten je aan het denken, waardoor je meer inzicht krijgt in wat je belangrijk vindt. En om in overeenstemming met je waarden te kunnen leven moet je uiteraard eerst weten wat je belangrijk vindt.

Fikkers kent geen onderzoek naar de invloed van expliciete beelden, maar ze kan zich voorstellen “dat expliciet geweld in een film wordt gezet omdat het nog duidelijker maakt wat het morele conflict is, nog duidelijker de pijn en het lijden laat zien dan meer impliciete beelden, en sterkere emoties oproept. Zo worden mensen nog meer aan het denken gezet.” Dat kan ook een valkuil zijn: zelf houdt ze niet van expliciete beelden, dus voor haar zou het een reden zijn om zo’n film niet te kijken.

Films vol misère zijn echter lang niet altijd gemaakt om er met eudaimonische motieven naar te kijken. Geweld en lijden worden ook vaak verheerlijkt, bijvoorbeeld met een pompend muziekje, heldhaftige beelden en een goed einde. “Arthousefilms en documentaires zijn wat dat betreft meer een verbreding van je horizon en van je wereld dan de standaard entertainmentfilms die je kijkt voor je plezier.”

Mensen die akelige films niet schuwen hebben vaak een hogere need for cognition en een hogere need for affect, aldus Fikkers. Die eerste betekent dat ze het fijn vinden om na te denken en moeilijke vraagstukken aan te pakken, die laatste dat ze het fijn vinden om sterke emoties te ervaren. Het is mogelijk dat dit samenhangt met leeftijd, al is daar nog niet veel bewijs voor. “Het kan ook met je geestelijke ontwikkeling te maken hebben. Naarmate je brein beter ontwikkeld is en je meer empathie hebt ontwikkeld geniet je misschien meer van dat soort films.”

Of je van ellendige films houdt hangt ook af van de situatie. “Als je na een drukke week ’s avonds thuiskomt en je bent helemaal leeg, dan ga je waarschijnlijk niet meer een eudaimonische film opzetten, maar kies je eerder voor een guilty pleasure. Als je behoefte hebt aan ontspanning en ontsnapping uit je drukke leven kies je juist voor Nashville, GTST of de LINDA.”

Onderzoek toont volgens Fikkers geen duidelijke man-vrouwverschillen. Need for cognition en need for affect komen zowel bij mannen als vrouwen voor. Zelf kijkt Fikkers niet vaak met eudaimonische motivaties naar films. “Ik vind het heerlijk om gewoon van die chick flicks te kijken. Je zou misschien verwachten dat vrouwen liever zware emoties ervaren en daarom serieuze films willen kijken, maar daar is nog niet zoveel bewijs voor.”

Conclusie
Waarom kijken we naar films vol ellende? Omdat het leven ook ellendig kan zijn, en door onszelf daarmee te confronteren gaan we erover nadenken, en daardoor kunnen we het leven beter aan. Dat is de algehele teneur. Aristoteles zou instemmend knikken.

Dit artikel schreef ik voor The Creators Project, zie hier.