in Oerol 2021

Een interview met Jasper van Luijk van SHIFFT

Al voor we geboren zijn en tot na onze dood worden wij gedragen door anderen. Tussendoor dragen wij ons lichaam, onze herinneringen, ons verdriet en de mensen om ons heen. Voor Jasper van Luijk van cross-disciplinair dansgezelschap SHIFFT uit Utrecht was ‘dragen’ het uitgangspunt voor Pounds Lighter. Als artists in residence ronden zij het project komende week af hier op Terschelling. Van Luijk vertelde ons over het project, en ook had hij een tip voor de mensen thuis: een oefening in dragen, om het lichaam wat rust te gunnen na vele uren op het Imaginaire Eiland.

Wat zijn jullie voor dansgezelschap?
“We geloven dat dans overal kan bestaan, van eiland tot parkeerplaats bij wijze van spreken, en dat dans mensen ook kan verrassen op onverwachte plekken. Daarmee willen wij in grote lijnen een imagoverandering van moderne dans te bewerkstelligen. Mensen vinden moderne dans vaak moeilijk, denken dat ze het niet begrijpen. Door ermee op te duiken op plekken waar mensen het niet verwachten, verhouden die mensen zich op een andere manier ertoe en komen ze er ook vaak achter dat het helemaal niet zo moeilijk is, maar dat dans eigenlijk heel makkelijk te begrijpen is. Iedereen heeft een lichaam en kan vanuit die gedachte naar andere lichamen kijken.”

Wat doen jullie nou qua art?
“We werken nu aan ons project Pounds Lighter. We onderzoeken mogelijke manieren waarop je elkaar kunt dragen. Dragen is iets wat we allemaal meemaken. Het eerste wat je overkomt als mens, nog voordat je wordt geboren, is dat je wordt gedragen, en het laatste wat gebeurt, nadat je bent gestorven, is dat iemand je meedraagt naar je laatste rustplaats. Tussendoor in je leven draag je mensen en wordt je gedragen. Vanuit dat thema zijn we gaan werken. Hoe draag je een lichaam? Hoe is het om gedragen te worden? Hoe is het om te dragen als je niet gedragen wil worden? Hoe is het om een ander te dwingen om jou te dragen? Alles rondom dat thema zijn we aan het uitpluizen, en natuurlijk ook de vraag: hoe draag je jezelf?”

Hoe kwam je uit bij het thema dragen?
“De helft of driekwart van het werk dat ik doe is partnerwerk. Ik vind lichamen in contact vaak veel interessanter dan een lichaam op zichzelf staand. Ik vind het heel interessant hoe je zonder woorden toch met een ander lichaam kunt praten en kan sturen. Vanuit die fascinaties ben ik een aantal thema’s gaan distilleren. Het eerste thema wat ik wilde pakken was gewicht. Gewicht kun je geven en nemen. En van daaruit kwam ik langzaam op dat thema ‘dragen’. Wat zijn nu eigenlijk de menselijke handelingen als het over dragen gaat? Ik denk dat het een thema is waar veel mensen zich goed toe kunnen verhouden, omdat je niet alleen een ander lichaam kunt dragen, maar je kunt ook jezelf dragen. Door je leven heen wordt je steeds zwaarder, lichamelijk en geestelijk. Je draagt steeds meer met je mee.”

Wat kom je doen op het eiland?
“Wij dachten eerst dat het festival niet door zou gaan, maar toen werden we toch nog gebeld door de programmeur van Oerol. Die zei: we willen toch dat de artiesten op een of andere manier betrokken zijn bij het festival, dus wat jullie kunnen komen doen, is je voorstelling afmaken of het eiland. Bij ons waren vijf repetitiedagen uitgevallen omdat een van mijn dansers COVID-19 had, dus we liepen al ontzettend achter, dus dat kwam goed uit. We hebben een zes- of zevental scènes te doen en werken op twee locaties, een duinkuil en een grasvlakte. Dat danst allebei natuurlijk heel anders, en we gaan onderzoeken hoe die verschillende locaties de uitwerking van het thema beïnvloeden.”

Als bezoekers van Het Imaginaire Eiland nou tussen de voorstellingen door wat oefeningen willen doen om het lichaam in balans te houden, heb je dan een tip hoe ze daar een oefening met dragen van kunnen maken?
“Het volgende kunnen de mensen thuis proberen, om elkaars gewicht te voelen. Ga met de ruggen tegen elkaar staan, voel eerst even het contact dat je rug maakt met de rug van je partner. Vanuit deze positie gaat een partner langzaam door zijn of haar knieën, terwijl hij of zij ook voorover buigt met een bolle rug. De andere partner houdt contact met die rug zodat diegene langzaam naar achter valt in een zwevend bruggetje. De voorovergebogen partner draagt dan het hele gewicht van de partner die ondersteboven op zijn rug zweeft.”

Dit artikel schreef ik voor de Oerol-krant van maandag 14 juni 2021