in Filosofie, Interviews

Iedereen kan wat leren over ecologie in de club

mortontimBij Engelse filosofen denk je snel aan keurige heren met heldere verhaaltjes, alledaagse voorbeelden en onderkoelde humor. Timothy Morton (Londen, 1968) is totaal anders. Hij is meer het type dat je op zondagochtend tegen het lijf loopt in de Berghain, en dan nog scherp genoeg is voor een vertoog over Interstellar, Heidegger en Coca-Cola. In zijn boeken over ecologie legt hij onnavolgbare verbanden tussen wetenschap, kunst en filosofie. Maar de boodschap die hij overbrengt blijft altijd helder: de ramp is al geschied, het is tijd om ons te verzoenen met de biosfeer. De mens is namelijk de biosfeer.

Twee weken geleden sprak ik Morton in de lobby van het Lloyd Hotel in Amsterdam-Oost. Hij was in Nederland voor de promotie van de nieuwe vertalingen van zijn boeken Duistere ecologie en Ecologisch wezen, en hij zou bij The School of Life in gesprek gaan met ‘denker des vaderlands’ René ten Bos, schrijver van onder meer Dwalen in het AntropoceenTen Bos heb ik ooit geïnterviewd over porno, maar van Morton wist ik weinig, behalve dat The Guardian hem “de filosoof-profeet van het Antropoceen” heeft genoemd en dat hij tot de invloedrijkste denkers van deze tijd wordt gerekend.

Morton ‘las’ Engels aan Oxford en promoveerde op de geschriften van dichter Percy Bysshe Shelley. Na zijn promotie ontwikkelde hij zich tot ecologiefilosoof en vaandeldrager van wat binnen de filosofie bekend staat als object oriented ontology (OOO). De wereld is volgens OOO een bonte verzameling objecten en het ene is niet beter dan het andere. De ware aard van de objecten kunnen we niet kennen; we ervaren slechts hoe ze aan ons verschijnen (zoals Kant al stelde). Mortons huidige woonplaats is Houston in de Verenigde Staten, waar hij lesgeeft aan Rice University.

Na een kwartier wachten verschijnt Morton in de lobby van het Lloyd. Hij draagt een zwart bloemetjesshirt met korte mouwtjes, een zilvergrijze bodywarmer, een zwarte spijkerbroek en zwarte leren gespschoenen. Zijn stem is ongelofelijk diep. Mijn iPhone ligt op een meter van hem vandaan, en nog klinkt hij op de opname alsof ik de microfoon tegen zijn strottehoofd heb gehouden. Zou Morton geen hoogleraar en schrijver zijn geworden, dan had hij goed bij de radio aan de slag gekund. Hij weet ook nog eens veel over muziek, zijn grote liefde. “Het meeste wat ik weet over ecologie heb ik geleerd in Land of Oz,” zegt hij, de club van Richard Branson in Londen. Dansen, in contact staan met alles om je heen, jezelf vergeten, versmelten; daar draait ecologisch zijn volgens hem om.

De tweet die bovenaan Mortons twitter prijkt.

Het antropocentrisme heeft zijn beste tijd gehad, zegt Morton. We kunnen onszelf niet langer als het middelpunt van alles blijven zien. De natuur bestaat niet los van de mens, en de mens staat er niet boven. De mens is de natuur, en een geologische factor van formaat. Ons tijdperk wordt steeds vaker als het Antropoceen aangeduid. De mens (antropos) heeft de afgelopen 10.000 jaar de grootste invloed op de atmosfeer, en is zich daar nu ook bewust van. De opwarming van de aarde hangt als een donkere wolk boven onze hoofden.

Motherboard: Zijn we tot uitsterven gedoemd?
Timothy Morton: “Dit is wat ik heb geleerd van de filosofische school van de fenomenologie: de hoe is de wat. Hoe iets zich manifesteert, zegt je wat het is. Hoe we praten over ecologie vertelt ons hoe we ervoor staan. We zitten vast in een verkeerd kader. ‘Doem’ is een religieus concept waar we vanaf moeten. Doem bestaat niet.” Precies op dat moment reflecteert iemands laptopscherm een koker van zonlicht in Mortons gezicht. “Ha, God houdt me scherp in de gaten.”

Wat is er mis met religieuze concepten zoals ‘doem’ en ‘Apocalyps’?
“De povere, theïstische manier waarop we over ecologie praten, staat ons in de weg om er écht over te praten. Met praten bedoel ik: steden bouwen, beleid maken, dromen. Mijn taak als humanistisch academicus is om mensen anders te laten dromen. Je kunt dat ideologiekritiek noemen, maar ook dream time psychic combat training. Je kunt het noemen zoals je wil. Maar de hoe is de wat.”

Toch hebben veel mensen het idee dat het einde nabij is.
“Klopt. Ik was verrast toen een collega van me achterop zijn boek ‘We are fucked!’ schreef. Ten eerste: sinds wanneer is fucking slecht? Verkrachtingscultuur niet meegerekend, uiteraard. Verder is het bot om het zo te stellen. Je bent geneigd om in de foetushouding in een hoekje te gaan liggen wachten op de dood. Daar heeft niemand iets aan.”

“Ik denk dat ecologisch denken eerder hypocriet is dan cynisch.”

Het einde van de mens is niet nabij, volgens Morton. Global warming is gigantisch, maar het is maar één ding. Hij noemt zulke enorme dingen “hyperobjecten”, objecten die zo groot zijn dat je je ze niet goed kunt voorstellen, zoals het internet of het neoliberalisme. Dat ze zo groot zijn maakt ze niet onhandelbaar. De mensheid kan de opwarming van de aarde aan.

Hoe blijft een mens optimistisch anno 2018? Cynisme ligt op de loer.
“En mensen zoals ik krijgen betaald om mensen zoals VICE-lezers ervan te overtuigen dat cynisme een intelligente manier is om in het leven te staan. Mijn beeld van hoe we ervoor staan is grimmiger dan het jouwe, en daarom ben ik intelligenter! Dat idee. Hoe zijn we op dat punt beland? Ik denk dat ecologisch denken eerder hypocriet is dan cynisch. Je kunt toch nooit helemaal gelijk hebben. Als je aardig bent voor konijnen dan kun je niet tegelijkertijd aardig zijn voor konijnen-eters. Het is net als inGroundhog Day: je kunt die ene man op het eind nooit redden.”

“We moeten ons meer op kunst en het rare richten.”

We hoeven niet bij de pakken neer te gaan zitten, aldus Morton: ecologisch bewustzijn groeit, de mens verandert, er zullen catastrofes plaatsvinden, maar uiteindelijk slaan we ons erdoorheen. En als je het even niet meer ziet zitten, op “de metaforische zondagen van je leven”, waarop je als activist met een burn-out op de bank ligt, dan kun je naar de troostende stem van Morton luisteren, of naar mooie muziek.

Muziek is een belangrijk onderdeel van Mortons leven, en zijn boeken staan vol met (pop)muzikale voorbeelden. Zijn ouders waren professioneel violisten, en in The National Portrait Gallery in Londen hangt een portret van een van zijn voorvaderen met een instrument. “Op het bijschrift staat dat zijn haren zo wild zitten omdat hij aan de drank was. Dat zit dus blijkbaar ook in de genen,” grapt hij. Morton is bevriend met Björk, die volgens hem het licht aan het einde van de tunnel laat zien. Haar kunst “belichaamt het gevoel van ecologisch bewustzijn.” De twee hebben elkaar brieven geschreven en zijn bevriend geraakt.

Kunst is volgens Morton belangrijk om uit de impasse te komen. Kunst is “de taal van de toekomst”, schrijft hij in Duistere ecologie. Kunstwerken openbaren mogelijkheden die we niet eerder konden bedenken. “Het ondenkbare is een taboe geworden, omdat het raar is. Als we anders willen denken, moeten we ons meer op kunst en het rare richten.”

Wat bedoel je daarmee?
“Neem Beethovens Vijfde, die is heel anders dan Björks Hyperballad. Maar wat is dat eigenlijk precies, de Vijfde symfonie van Beethoven? Wat betekent het? Er zijn ontelbaar veel antwoorden op die vraag. Dat ontelbare aspect, daarin schuilt de toekomst.” Door die confrontatie met ontelbaar veel mogelijke betekenissen worden er nieuwe ideeën aan ons geopenbaard. Dat zit volgens Morton niet alleen in kunst, maar we zijn het in het Westen zowat verleerd om andere dingen dan kunst als ‘magisch’ of ‘geheimzinnig’ te zien.

Hoe zit dat dan met alledaagse dingen?
“De toekomst schuilt nergens anders dan in objecten, want er zijn alleen maar objecten. Neem deze bank waarop we nu zitten. Die vertegenwoordigt bewuste en onbewuste keuzes van mensen, machines en economische structuren. Al die keuzes representeren het verleden. Als je naar deze bank kijkt, dan kijk je naar het verleden. Maar is het wel een bank? Het is ook een landingsbaan voor vliegen. En een voorbeeld voor een filosoof om de intrinsieke geheimzinnigheid van objecten mee te illustreren. In die zin is deze bank de toekomst.”

En wat is dan ‘het heden’?
“Tijd is als een spoorwegovergang waarop de toekomst en het verleden constant over elkaar heen glijden zonder elkaar aan te raken. Daardoor ontstaat het gevoel van beweging. Net zoals wanneer je op het station in een stilstaande trein zit en een andere trein ziet vertrekken, en het gevoel hebt dat je eigen trein vertrekt. Het heden is slechts een constructie. Je kunt het zo groot of klein maken als je zelf wil. Het heden in onze huidige sociale werkelijkheid, waarin we ecologische problemen hebben, is een moment van 10.000 jaar. Het heden voor een subatomisch deeltje is een femtoseconde.”

Op 26 augustus 2017 werd Morton in Texas geconfronteerd met orkaan Harvey, een catastrofe typisch voor het Antropoceen. “Het ergste aan orkaan Harvey was dat ‘orkaan Tim Morton’ erdoor werd ontketend. Ik was zo boos! Vrienden lieten niets horen, terwijl het gevaarlijkste, Independence Day-achtige moederschip allertijden boven mijn hoofd hing. Na een tijdje besefte ik: deze orkaan is niet mijn einde, het is iets eindigs. Het was net een bad trip waarin je je plots herinnert dat je lsd hebt genomen. Mensen gingen elkaar helpen, de solidariteit die ontstond was prachtig. Het ironische aan zo’n natuurramp is dat het ‘ding’ dat zogenaamd alles zal verwoesten ervoor zorgt dat mensen in actie komen. De akeligheid van de situatie is een geheime deur naar de schoonheid ervan.”

Veel mensen lijken onverschillig. Hoe ben jij zo zorgzaam geworden?
“Ik ga weer iets raars zeggen: onverschilligheid is ook een vorm van zorg. Mensen zeggen dat ze onverschillig zijn, maar eigenlijk zien ze de wereld graag anders. Ze zijn niet onverschillig over alles. Zorgen voor de ecologie is geen religie. Je doet het gewoon, zoals je ook in actie komt als je huis in brand staat. Je hoeft niet ecologisch te worden, je bent al ecologisch. We hoeven niet allemaal panisch te gaan roepen dat we de ijsberen moeten redden. Dat is slechts een schijnheilig schouwspel.”

“Als je weleens in een houseclub bent geweest, dan weet je wat ik bedoel, ook al heb je nooit ene fuck gegeven om ecologie.”

Hoe ben je zelf zo geïnteresseerd geraakt in ecologie?
“Ik was vier toen ik van mijn ma een boek kreeg van Unesco, SOS Save The Earth. Het stond vol felgekleurde illustraties van global warming, het uitsterven van soorten, vervuiling. Alles waar we het nu over hebben was er al in 1972. Daarna kwamen de walvissen, want de jaren 70 gingen over het redden van walvissen. Met mijn ouders luisterde ik toen albums vol walvisgeluiden. En toen ik negen of tien was opende de ecologie-tentoonstelling in het Natural History Museum in Londen. Dat vond ik ook heel gaaf.”

Veel mensen krijgen nooit zo’n boek. Hoe worden die ecologisch bewust?
“Zijn die mensen weleens in een club geweest? Tussen 1988 en 1998 heb ik een flinke dosis acid house meegekregen. Het meeste wat ik nu vertel over ecologie heb ik geleerd in Heaven a.k.a. Richard Bransons club a.k.a. Spectrum, Land of Oz, Earth, Rage. In de vip-lounge speelden de mensen die later The Orb werden Sueño Latino in een gigantische loop met sfeervolle geluidseffecten. Wij gingen daarheen, compleet naar de haaien natuurlijk, en dachten: wat de fuck is dit?! Groepsgevoel, anonimiteit, house, dansen. House komt van Afro-Amerikaanse gays die ‘een huis’ wilden creëren. Ecologie is een samentrekking van oikos (huishouding) en logos (studie, wetenschap). Ecologie gaat om ‘het huis’. Dus als je weleens in een club bent geweest waar ze house draaiden, ook al heb je nooit ene fuck gegeven om ecologie, dan weet je wat ik bedoel.”

Mortons boeken zijn onlangs in het Nederlands verschenen

Zouden we meer moeten clubben om ecologischer te zijn?
“Misschien. De manier waarop je je dan verhoudt tot de wereld heeft veel ecologische chemicaliën in zich. In gothic- of EDM-cultuur zitten bepaalde stofjes, en dan bedoel ik geen MDMA, maar fenomenologische stofjes, ervarings-chemicaliën, die echt kunnen helpen. Als je die kunt oproepen dan hoef je echt niet de hele tijd miljoenen raves te organiseren. Al zijn die best fijn.”

Het is fijn om twee uur lang met Morton op die bank in het Lloyd te zitten keuvelen. Zijn charisma heeft iets magisch. Zijn stem resoneert in al mijn cellen en hij straalt een diepe rust uit, alsof hij een gebergte is, of een planeet. Gravitas, dat heeft hij. In zijn ogen en gezicht zie je tekenen van tristesse en melancholie, maar ook lichtheid. Af en toe haak ik in met iets uit mijn studie, of uit een boek dat ik heb gelezen. Morton geeft me met een diepe “Wow” of “Yeah” het gevoel dat ik iets belangrijks heb gezegd. Hij juicht met twee armen in de lucht bij sommige vragen die ik stel.

“Mijn taak is om activisten een soort tegengif te geven tegen het deel van hun activisme dat giftig voor ze is.”

Over de toekomst is hij hoopvol. “Over 500 jaar zullen we nog steeds met global warming van doen hebben. Tegen die tijd is het saai en langdradig geworden, maar wij hebben dan de controle. Global warming is enorm, maar er is er maar één van. De mens is met veel meer. We are many, they are few. Dat is een activistische slogan van Percy Shelley die door Gandhi en King werd gebruikt, en het is een ontologische waarheid. Hoe slecht we er ook voor lijken te staan, we leven in een veilige werkelijkheid die we kunnen veranderen.”

De macht lijkt te liggen bij mensen en bedrijven die niet willen veranderen.
“Er is altijd wel een fascist die alles hetzelfde wil houden. Dat betekent niet dat alles zo blijft. Een voorbeeld: er zullen binnen afzienbare tijd internationale vakbonden ontstaan om met internationale entiteiten als Facebook te dealen. Het nadeel van grote corporaties is dat het grote corporaties zijn, het voordeel is dat ze grote samenwerkingen zullen ontketenen, als tegenreactie. Het nadeel van orkanen en klimaatverandering is evident, het voordeel is dat in het vergif ook het medicijn zit.”

Zie je jezelf als een medicijnman?
“Zeker. Waarom krijgen veel activisten een burn-out? Omdat ze zich een verkeerde voorstelling van zaken maken. We denken vaak dat we tegen kolossale, monolitische krachten vechten, die ons op elke hoek van de straat onderdrukken, maar die krachten zijn ook maar beperkt en eindig. Je kunt iets doen. Mijn taak is om activisten een soort tegengif te geven tegen het deel van hun activisme dat giftig voor ze is, zodat ze op maandag weer aan het werk kunnen om de structuren die ons onderdrukken meedogenloos te vernietigen.”

Ik schreef dit voor Motherboard, zie hier het originele artikel.