in Taal

Het gif van de ironie: als je alles altijd op de hak neemt, verlies je dan het vermogen om oprecht te zijn?

In een tekst van Jan van Tienen (van heemkunde.substack.com, en de rubriek ‘Lopend onderzoek’ in de Volkskrant) over semi-ironisch gebruik van de dubbelepunt (‘Het was: zomer’), las ik de term ‘ironievergiftiging’. Van Tienen verwijst naar de youtuber Jreg, die het verschijnsel zo uitlegt: als je te vaak ironisch reageert, verlies je het vermogen oprecht te zijn. Met ironie kun je pijnlijke gevoelens op afstand houden, maar doe je dat te vaak, dan raak je ook van de goede dingen en van jezelf verwijderd.

In een subreddit over mentale gezondheid wordt het ‘een gloednieuwe mentale aandoening’ genoemd en gedefinieerd als ‘het onvermogen om ironie uit te schakelen’. De moderne internetcultuur is ‘extreem ironisch. Niemand op internet is oprecht. (…) Als je oprecht probeert voor een zaak te vechten, ben je cringe. (…) De enige manier om niet cringe te zijn, is alles te verhullen in deze laag van ironie.’

Wikipedia geeft een afwijkende definitie: irony poisoning is ‘het proces of de veranderde toestand waarin mensen oprecht provocerende gevoelens uiten die ze ooit ironisch koesterden’. Het lemma verwijst naar een artikel uit The New York Times over een Duitser die voor de lol nazistische berichten naar vrienden had gestuurd, en toen schijnbaar uit het niets een poging deed een huis met vluchtelingen in brand te steken. Ironie werd oprechtheid.

Op Etsy zijn truien te koop zijn met een doodshoofd en de tekst ‘irony poisoned’, waarmee je je ironisch kunt verhouden tot je eigen ironievergiftiging.

In Nederland wordt de term nog weinig gebruikt. Op LinkedIn reageerde iemand op een oprechte post over natuurrechten met: ‘Heerlijk, die onmiskenbare naïviteit met de subtiele bijsmaak van georganiseerde loodzware ironievergiftiging in onze eroderende kenniswaterleidingen.’ Of deze reactie ironisch, oprecht of poëtisch is bedoeld, is niet duidelijk.

Geschreven voor de Volkskrant