in Taal

Een prela, bekt dat lekker?

Een jongere vriend vertelde dat hij sinds kort in een ‘prela’ zit. Mij was die afko onbekend, maar onder ‘zoomers’ (generatie z) schijnt zulk relatiejargon zo gangbaar te zijn dat de jeugdige lezer het geen krantenbericht waard zal vinden.

Over afgekort jargon heb ik me eerder verwonderd. In mei vorig jaar schreef ik over de ‘beripo’, een zogenoemd lettergreepwoord. Hier ten burele staat dat voor ‘berichtenpoot’, een paar korte berichten in één kolom. Staat daar een foto bij, dan is dat een ‘beripofo’. Ik vroeg lezers of ze soortgelijke afkortingen kennen. Enkele oud-militairen gaven mooie voorbeelden van defensiejargon, zoals ‘mipapo in de liboza, lupa in de gamata’, wat staat voor ‘militair paspoort in de linkerbovenzak, lunchpakket in de gasmaskertas’.

Dat er dagen zijn waarop ik de krant niet van voor tot achter lees, blijkt als ik ‘prela’ google. Sinds 2018 is het woord in de Volkskrant meermaals besproken, tezamen met ander relatiejargon, zoals ‘twarrel’, ‘dwarrel’ en ‘ignorela’.

De eerdergenoemde vriend en zijn vriendin bevinden zich in een ‘pre-relatie’, een voorstadium van een relatie, een vorm van verkering die nog niet officieel verkering genoemd mag of wil worden. ‘Je doet alles wat je in een relatie ook al zou doen en gaat na of je echt verliefd op elkaar bent’, aldus een artikel uit 2020.

Is het een dubbele abbreviatie? Je zou ‘pre-relatie’ ook als ‘pre-rela’ kunnen afkorten, maar dat vinden jongeren schijnbaar nog steeds te lang. Van Dale spreekt van een ‘prelatie’, en schaart daaronder alle ‘mensen die daten, maar nog geen relatie hebben’, wat me een wat al te ruime definitie lijkt.

Prela bekt lekker – in de talige zin, het rolt makkelijk over de tong. Of het ook fijner tongen is in een prela? Dat zal ik nog eens navragen.

Geschreven voor de Volkskrant